Een obligatie is een schuldbewijs van de Staat (een 'Staatsobligatie'), een overheidsinstelling of een onderneming. Je vergoeding bestaat uit een vaste rente die meestal jaarlijks wordt uitgekeerd. Onafhankelijk van haar prestaties, is de uitgevende instelling verplicht rente af te dragen en de lening af te lossen. Een obligatielening heeft een looptijd. Bijvoorbeeld van vijf, tien of dertig jaar. Als je een obligatie aanhoudt tot het einde van de looptijd, is de obligatie van een betrouwbare instelling een relatief veilige belegging. Je loopt dan, mits de uitgevende instelling niet failliet gaat, geen koersrisico: je krijgt gewoon de koers die van tevoren is afgesproken. Ofwel: je krijgt het geld terug dat je hebt geleend plus een jaarlijkse vergoeding in de vorm van rente.
Schommelingen Dit ligt echter anders wanneer je de obligatie tussentijds wilt verkopen. Want koersen van obligaties reageren op schommelingen van de rente. Daalt de marktrente, dan stijgt de waarde van een obligatie. Maar stijgt de (korte) rente, dan dalen de koersen van obligaties: beleggers kunnen hun geld nu immers elders wegzetten tegen een hogere rente.
Coupures Je kunt obligaties kopen op de Amsterdamse effectenbeurs. Ze worden vaak verhandeld in coupures van minimaal 1000 euro. Wil je beleggen in obligaties, dan kun je er ook voor kiezen om participaties te kopen van een obligatiefonds (beleggingsfonds). Je kunt in veel fondsen al voor een paar tientjes terecht.