Over vrijwel alle vormen van inkomen wordt belasting geheven. De percentages verschillen ook per vorm van inkomen. De belasting over loon is namelijk een stuk zwaarder dan de belasting die wordt geheven over winst. Daar komt bij dat er verschillende percentages zijn voor de categorie waar uw inkomen zich in bevindt.
De belasting die over aandelen wordt geheven is niet zo zwaar. Deze verschillen tussen belastingen komen doordat er verschillende boxen zijn voor verschillende vormen van inkomsten. Er zijn 3 verschillende boxen in dit stelsel:
Box 1 is voor de belastingdienst de grootste qua inkomsten. In box 1 zitten verschillende vormen van belasting. Een aantal hiervan zijn bijvoorbeeld loon, uitkeringen, pensioenen en eigenwoningforfait. Box 2 en box 3 zijn gemaakt voor belastingen omtrent het beleggen. Deze 2 boxen zullen hieronder dus verder worden besproken.
Box 3 is gemaakt voor vermogensrendementsheffing, oftewel, het belasten van uw vermogen. Over het algemeen wordt er rendement behaald met spaargeld en beleggingen. Dit is een vorm van inkomen en zal dus belast moeten worden. De belastingdienst belast uw vermogen met een vast percentage, zodat uw daadwerkelijke rendement niet opgegeven hoeft te worden. Hierdoor zal u met 10% rendement hetzelfde belast worden als iemand met dezelfde waarde van kapitaal en een rendement van 5%. Uw grondslag sparen en beleggen is gebaseerd op de waarde van bezittingen (behalve bijvoorbeeld uw auto of eerste huis) – schulden.
Voor 2016 ging de belastingdienst uit dat u gemiddeld een rendement van 4% behaalde binnen box 3. Deze 4% werd vervolgens belast met 30%. Dit zou dus neerkomen op een percentage van 1.2% vermogensrendementsheffing.
In het Nederlandse belastingsysteem is er vaak sprake van een vrijstelling van belasting voor mensen die minder verdienen. Dit is ook het geval bij vermogensrendementsheffing. Deze 1.2% werd namelijk niet geheven op een vermogen tot €24.437.
Er is in 2017 een verandering plaatsgevonden op het gebied van vermogensrendementsheffing. Waar voorheen het bedrag tot €24.437 een vrijstelling had, is het bedrag nu verhoogd tot €25.000. Fiscale partners hebben een uitzondering op dit bedrag, bij fiscale partners is er namelijk sprake van een vrijstelling tot €50.000. Dit betekent dus dat wanneer u spaargeld en belegging bezit die minder waard zijn dan €25.000, u niets hoeft af te dragen aan de belastingdienst.
De plannen van 2017 veranderen ook op het gebied van percentages. De belastingdienst blijft rekenen met een fictief rendement, maar gaat vanaf 2017 onderscheid maken tussen verschillende vormen kapitaalinkomsten. Er worden namelijk verschillende percentages gerekend voor sparen (1.63%) en beleggen (5.5%). Volgens de belastingdienst gaan mensen met meer vermogen sneller beleggen dan sparen. Hierdoor zullen mensen met minder vermogen minder rendement verkrijgen, aangezien er meer gespaard zal worden tegen een lager rendement. Omdat mensen met een hoger rendement meer belast kunnen worden, zal de belastingdienst vanaf 2017 een hoger effectief percentage hanteren tegenover mensen met minder kapitaal.
U kunt op 3 manieren terecht komen in box 2:
1. U bent groot aandeelhouder en u heeft minimaal 5% van de aandelen van een onderneming in uw bezit.
2. U bent in bezit van 5% van de winstbewijzen, genotsrechten of het stemrecht.
3. Samen met uw fiscale partner bezit u meer dan 5% van de aandelen.
Voor elk van deze 3 regels is er sprake van een aanmerkelijk belang. Wanneer er sprake is van box 2, staat het inkomen hiervan los van box 1 en box 3.
In box 2 worden zowel de ontvangen dividenden als de behaalde vervreemdingsvoordelen bij elkaar op geteld. Het gezamenlijke inkomen dat u hiermee verdiend heeft wordt belast in box 2, dit staat dus zoals eerder benoemd los van box 1 en box 3. Onder behaalde vervreemdingsvoordelen vallen bijvoorbeeld de winst uit verkoop van aandelen of winstbewijzen. Wanneer u de winst van verkoop wilt berekenen, mag u de gemaakte kosten voor de verkoop er vanaf trekken. Hierdoor is er geen sprake van belasting over gemaakte kosten.
In box 2 is de belasting van aandelen hoger dan de belasting op box 1, maar kleiner dan de belasting op box 3. De belasting van box 2 bedraagt 25% over het inkomen dat u heeft vergaard. Het is erg belangrijk dat u rekening houdt met een hoger belastingpercentage wanneer u van plan bent een aanmerkelijk belang te nemen. Aangezien hierdoor wellicht andere opties rendabeler zullen zijn.
Er is een uitzondering voor de belasting in box 2. Wanneer u inkomsten uit vermogensbestanddelen verkrijgt die u ter beschikking stelt aan een vennootschap waarin u een aanmerkelijk belang heeft, zullen de inkomsten hiervan in box 1 vallen. U dient deze inkomsten apart te houden van box 2.