Peter Poot: “De visie van Chipshol is uitgekomen”

Peter Poot groeide op als de zoon van een daadkrachtige vader met een duidelijke visie. Jan Poot was een ambitieuze gebiedsontwikkelaar die na de Tweede Wereldoorlog een stempel drukte op de Nederlandse woningbouw. Zijn vader begon zijn loopbaan als ambtenaar en klom snel op tot hoofd van de afdeling woningproductie in Zuid-Holland. Na de oorlog kampte Nederland met hoge woningnood en Jan Poot wist door een slimme aanpak de bouwproductie te verdubbelen.

Peter poot
Peter Poot

Ondernemend als hij was, besloot hij ook zelf woonprojecten te gaan ontwikkelen. In 1960 richtte hij daartoe Eurowoningen NV op, een gebiedsontwikkelaar die al snel de grootste van Nederland werd. Op het hoogtepunt bouwde zijn onderneming 4.000 woningen. In 1970 verkocht Jan Poot zijn bedrijf en richtte hij Eurohome op, een ontwikkelaar die in heel Europa projecten ontwikkelde, waaronder een skistation in de Franse Alpen, Valmorel, dat door de Franse overheid werd onderscheiden. Gaandeweg raakte vader Poot steeds meer overtuigd dat steden van de toekomst zich rond grote luchthavens zouden gaan ontwikkelen. Die stad van de toekomst werd ook wel ‘airport city’ genoemd.

Toetreden tot het familiebedrijf

Deze achtergrond vormde de basis voor wat later Chipshol zou worden, een bedrijf dat zich richtte op de ontwikkeling van een ‘airport city’ rondom Schiphol. Maar voordat Peter Poot in het familiebedrijf stapte, volgde hij zijn eigen pad. Hij studeerde economie in Zwitserland en werkte vervolgens in verschillende functies op de Finance afdeling van Shell. Hier heeft hij zijn analytische en strategische vaardigheden verder ontwikkeld.

In 1987 sloot hij zich aan bij Chipshol, aanvankelijk met een focus op de financiële kant van het bedrijf. Zijn eerste taak was het organiseren van de financiering voor de ambitieuze grondaankopen.

De visie van Chipshol

De visie van Chipshol was baanbrekend: een grootschalige ontwikkeling rondom luchthavens, geïnspireerd op voorbeelden uit de Verenigde Staten. In steden als Atlanta werd een luchthaven niet slechts als transportknooppunt gezien, maar als de kern van economische groei. Jan Poot zag Schiphol als een logische locatie voor een dergelijke ontwikkeling. Peter Poot werd al snel een belangrijke speler in de strategische en juridische strijd die volgde. Chipshol kocht in totaal zo’n 600 hectare grond (6 miljoen m2) rondom Schiphol, met plannen voor kantoren, logistieke hubs en andere luchthaven-gerelateerde ontwikkelingen. Voor die ontwikkeling zocht Peter Poot de samenwerking met de overheid, KLM en Schiphol. Peter Poot: “We zeiden bijvoorbeeld tegen KLM ‘als jullie met ons meedoen, dan worden jullie de sterkste luchtvaartmaatschappij ter wereld’. Het middenmanagement was hierover heel enthousiast, maar de top stond niet achter het idee. Ook Schiphol zag het niet zitten, hun reactie was: ‘Meneer Poot, wie gaat er nu in een kantoor in de weilanden rond de luchthaven zitten?’.”

Juridische strijd

Later, toen Schiphol inmiddels de potentie van het project inzag, koos de luchthaven er helaas niet voor alsnog met Chipshol samen te werken. “Ze zijn onze grondposities gaan tegenwerken en eigen grond gaan kopen, iets verder van de luchthaven. Die zijn ze zelf gaan ontwikkelen. Dat is de oorzaak van het hele conflict geweest.”

Dit leidde tot een reeks juridische conflicten, bouwverboden en langdurige procedures die de kernactiviteiten van Chipshol lam legden. Peter Poot werd hierdoor gedwongen zich van gebiedsontwikkelaar tot juridisch strateeg te ontwikkelen. Hij startte een aantal procedures op en won uiteindelijk alle schadeclaims tegen gemeente, provincie, luchtverkeersleiding en Schiphol.

De strijd duurde tientallen jaren, tot Schiphol in 2020 een bod deed op de resterende grondposities van Chipshol. Peter Poot besloot het boek te sluiten en de gronden te verkopen. Daarmee kwam niet alleen een einde aan de onderneming waar hij decennialang voor had gestreden, maar ook aan zijn actieve rol als ondernemer.

Visie wordt (alsnog) werkelijkheid

Hoewel het bedrijf Chipshol nooit de ‘airport city’ kon ontwikkelen die Peter Poot en zijn vader voor ogen hadden, is hun visie wel uitgekomen. “Onze visie is alsnog uitgekomen. Dat zie je ook bij andere luchthavens, zoals Dubai. We hebben een deel kunnen waarmaken van wat we wilden.”

Peter Poot, die begon als econoom en financier, eindigde als een sleutelfiguur in een van de langstlopende vastgoed (gebiedsontwikkeling) conflicten in Nederland. Hun strijd bewees dat marktpartijen een grote invloed kunnen hebben op ruimtelijke ontwikkeling, maar toonde ook hoe politiek en bedrijfsbelangen elkaar kunnen kruisen. “,em>Ik ben wel trots dat we de strijd met Schiphol en de overheid hebben gewonnen. Dat was natuurlijk niet waarvoor we zijn gegaan, maar nu het zo is gelopen, ben ik daar wel trots op”, zegt Peter Poot.