Onder Nederlandse investeerders verliest actief aandeelhouderschap flink aan populariteit als middel om ESG-doelstellingen bij bedrijven onder de aandacht te brengen. Het aantal Nederlandse institutionele beleggers dat actief aandeelhouderschap noemt als belangrijke ESG-doelstelling loopt terug van 53% naar 33%. Dit blijkt uit de onlangs verschenen tweejaarlijkse ESG Global Survey van BNP Paribas. Het onderzoeksrapport bespreekt de strategieën die institutionele beleggers wereldwijd toepassen om te verduurzamen en welke obstakels zij hierbij ervaren.
Nederlandse investeerders zeggen vaker dan hun internationale collega’s, actief aandeelhouderschap toe te passen als ESG-strategie. Toch blijkt uit de resultaten van het onderzoek dat de voorsprong op dit vlak in de komende twee jaar snel afneemt. Naast actief aandeelhouderschap neemt in de komende twee jaar ook de steun voor ESG-integratie en impact investeringen af. Mogelijk komt deze afname doordat respondenten de ESG-integratie in de investeringsstrategie zien als voltooid of als vanzelfsprekend.
Uit de survey blijkt dat wereldwijd 41% van de investeerders zich tot doel heeft gesteld om de netto CO2-uitstoot in een bepaald jaar, zoals 2050, terug te brengen naar nul. In twee jaar stijgt dit tot bijna de helft (47%). De afgelopen jaren hebben institutionele beleggers het ‘laaghangend fruit’ geplukt, door met behulp van duurzaamheidscriteria de slechts-presterende bedrijven uit te sluiten van investeringen. Deze uitsluitingen zijn een passieve ESG-benadering. Om portefeuilles verder te verduurzamen stappen zij nu over op actieve investeringsstrategieën zoals impact investeren, thematisch investeren en actief eigenaarschap.
De vraag die nu rest is hoe deze trend zich in de toekomst zal ontwikkelen. Nederland wordt gezien als pionier op het gebied van duurzaam investeren, dus het is de vraag of de beweging weg van actief eigenaarschap ook navolging krijgt in de rest van de wereld. De tijd en de resultaten van de volgende ESG Global Survey kunnen dit uitwijzen.