Carmignac: Europese importtarieven op Chinese elektrische auto’s dreigen te laat te komen

Kevin Thozet, lid van het beleggingscomité bij Carmignac, gaat in op de recente tegenwind voor de Europese autosector en kijkt vooruit naar de stemming van morgen over de mogelijke invoering van importtarieven op Chinese elektrische voertuigen (EV's). "Het risico is dat er te weinig en te laat actie wordt ondernomen. Een middenweg zal het concurrentieprobleem van de Europese autosector niet oplossen", aldus Kevin Thozet.

Van zonneschijn naar perfecte storm

Na twee jaar van dubbelcijferige marges ziet de wereld er voor de Europese autofabrikanten nu bijzonder somber uit.

De gebeurtenissen volgen elkaar snel op. In augustus is de verkoop van nieuwe auto’s flink gezakt (-15% in de hele regio voor zowel EV's als modellen met verbrandingsmotor), de kosten lopen op naarmate de sector overstapt op EV's (met 270 miljard euro aan toegezegde investeringen is er geen weg terug) en een nieuwe CO2-emissiedoelstelling per voertuig met bijbehorende boetes komen eraan.

Als klap op de vuurpijl is er de gigantische taak om Europese EV’s concurrerender te maken. Morgen (4 oktober) zal de Europese Unie met dit doel mogelijk importtarieven invoeren.

De aandelenkoersen van Europese autofabrikanten vallen als herfstbladeren

De samenloop van gebeurtenissen heeft zwaar gewogen op de sector. De (laatste) climax was dat Stellantis zijn jaarprognoses verder verlaagde. Het voorbeeld van de Italiaanse autofabrikant spreekt voor zich. De marges voor 2024 zullen naar verwachting van 10% naar 5% gaan. Dat betekent in wezen een EBIT-marge van 0% voor de tweede helft van het jaar – en dus een cash burn van 10 miljard euro per jaar aan werkkapitaal. Dit is een klap voor de beleggingsthese, omdat het genereuze dividend in gevaar komt en er zeer waarschijnlijk ook een einde komt aan de inkoop van eigen aandelen. De verwachting voor Europese autofabrikanten (de MSCI Europe Automobiles) ligt nu 25% lager dan de piek van dit jaar. Importtarieven op Chinese EV's: een lichtpuntje of onweerswolken die zich samenpakken?

Op 4 oktober stemt de Europese Commissie over het al dan niet opleggen van tarieven op geïmporteerde EV's die in China zijn gemaakt. Chinese EV's winnen snel aan marktaandeel ten nadele van hun Europese tegenhangers. Een op de vier EV's die in Europa wordt verkocht, is in China gemaakt. De gevestigde Europese spelers hebben tijd nodig om hun productie op te voeren en de grote uitdagingen aan te gaan waarmee ze worden geconfronteerd.

Er wordt gefluisterd dat de tarieven tussen de 17% en 45% kunnen liggen, en ook de tijdlijn en de omvang staan nog ter discussie. Twee elementen zijn hierbij van belang.

De eerste: de prijskloof tussen auto's van EU-makelij en auto's van Chinese makelij is doorgaans meer dan 25%. Tarieven groter dan 25% zouden dus een gelijker speelveld creëren.

Het tweede punt is de ongelijkheid tussen de EU-landen. Duitsland exporteert 30 tot 40% van zijn auto's naar China. De verwachting is dat het zich zal terugtrekken uit schrik voor Chinese vergelding. Aan de andere kant zullen onder meer Frankrijk en Italië naar verwachting een vorm van bescherming zoeken voor hun binnenlandse markt, die het grootste deel van hun inkomsten oplevert (Stellantis heeft bijvoorbeeld minder dan 70.000 auto's verkocht in China).

Zoals altijd moet Europa tot een compromis komen.

Een mogelijke concessie is dat er tarieven worden ingevoerd, maar in een verlaagde bandbreedte van 10-25%. Dat kan op korte termijn verlichting bieden voor een sector die een stroom aan slecht nieuws heeft meegemaakt en waar de verwachtingen over de linie zijn bijgesteld. Maar het risico is dat er te weinig en te laat actie wordt ondernomen, zoals vaak het geval is op het continent. Een middenweg zal het concurrentieprobleem van de Europese autosector niet oplossen.