Nog geen duidelijke tekenen van afkoelende inflatie in maart

Het inflatiecijfer daalde in maart naar 3,7%, maar de onderliggende prijsdruk blijft hoog. De maand-op-maand inflatie, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, ligt nog steeds ruim boven de 2%. Volgens ING Research komt dit door de aanhoudende inflatie in de dienstensector. Daarnaast kunnen gestegen grondstofkosten en een mogelijke escalatie van de handelsoorlog de prijzen verder verhogen. ING Research verwacht een inflatie van ongeveer 3,5% voor 2025.

De meest recente ontwikkeling: lagere maar nog steeds hoge maand-op-maand inflatie

Het officiële inflatiecijfer daalde van 3,8% in februari naar 3,7% in maart, aldus het CBS dinsdag op basis van het voorlopige cijfer van de jaar-op-jaarverandering (JoJ) van de consumentenprijsindex. Om te zien wat de huidige trend in de inflatie is, biedt het jaar-op-jaarinflatiecijfer zoals gerapporteerd door het CBS niet erg veel inzicht. De maand-op-maandontwikkeling (MoM) zegt daarvoor meer, omdat die niet vertekend wordt door de ontwikkeling van de voorgaande 11 maanden. Het is dan wel belangrijk om voor seizoenseffecten om te corrigeren. Zo is de MoM-inflatie in maart meestal een stuk hoger dan in andere maanden van het jaar, bijvoorbeeld omdatkleding in maart dan niet profiteert van de grote uitverkoopperiodes zoals de zomeruitverkoop en de winteruitverkoop.

Als wij zelf een seizoenscorrectie uitvoeren komt er voor maart 2025 een maand-op-maand inflatie van zo’n 4,2% (op jaarbasis, ofwel “geannualiseerd”) uit, na een nog flinkere stijging in februari. Dergelijke maand-op-maand cijfer zijn doorgaan zeer volatiel cijfer. Toch geeft dit cijfer wel een eerste indicatie dat de meest recente inflatietrend nog niet op een normaal niveau van zo’n 2% ligt.

<a href='/begrippen/203-inflatie'>Inflatie</a> nederland

Vooral diensten in maart in prijs gestegen

In de hoofdcategorieën waarover het CBS nu informatie verstrekt zien we in maart de sterkste seizoensgecorrigeerde prijsontwikkeling in diensten, namelijk 4,3% op jaarbasis. Hieronder vallen bijvoorbeeld de woondiensten1en, in dit geval relevanter, ook veel diensten die relatief veel gebruik maken van arbeid zoals horeca, kapper, zorg en dergelijke.

Dienstensector inflatie

De hoger dan normale dienstenprijsstijging komt recent waarschijnlijk onder andere door flink gestegen loonkosten, eerder dan door gestegen winsten. Een decompositie van de prijsontwikkeling van het bruto binnenlands product van de afgelopen kwartalen wijst erop namelijk op dat de prijsstijgingen van de in Nederland geproduceerde goederen en diensten van de afgelopen tijd vooral samenhangen met de beloning van werknemers en zelfstandigen.

Beloning werkenden

Voor de weg naar een normalere inflatie in de nabije toekomst lijkt het feit dat de seizoensgecorrigeerde ontwikkeling van de prijzen van voeding en dranken (inclusief tabak) in maart afzwakte naar 2,0% op jaarbasis. De inflatie in de categorie industriële goederen exclusief brandstoffen en energie daalde naar een iets normaler tempo van 2,1%, terwijl energie en brandstof in maart zelfs goedkoper werden voor consumenten. Vooral energie en brandstof lijkt vooruitkijkend geen bron van hoge inflatie, maar deze vooruitzichten zijn niet gunstig genoeg om het totale inflatiebeeld snel richting 2% te brengen.

Onderliggende trend in inflatie verder gestegen

Omdat maand-op-maandcijfers erg volatiel kunnen zijn, kijken we voor een duiding van de trend ook naar een andere maatstaf, het zogenoemde “inflatiemomentum”. Dat is de verandering van het prijspeil van de afgelopen drie maanden t.o.v. de voorgaande drie maanden, het liefst ook gecorrigeerd voor seizoenen. Als we dat doen en we laten ook hier het eenmalige effect van belastingveranderingen buiten beschouwing, zien we dat de inflatie de knik omhoog die in januari was ingezet verder is voortgezet. Op jaarbasis was dit inflatiecijfer in maart 3,6%, hoger dan de 2,8% van januari en 3,3% van februari. Dit bevestigt andermaal het beeld dat de inflatie een lange remweg heeft.

Nederlandse inflatie

Inflatieverwachting blijft 3,5%, maar risico’s op de loerHet maartinflatiecijfer lag dicht bij onze ramingen. Daarom blijft onze inflatieverwachting voor 2025 voorlopig zo’n 3,5%. Daarbij blijft woninghuur één van de belangrijkste drijvers van de inflatie. Als de productiviteitsontwikkeling zo zwak (of zelfs negatief) blijft als afgelopen jaar en de hoge inkomensstijgingen aanhouden, dan kan de stijging van de diensteninflatie ook de komende tijd nog (langer) aanhouden. De hogere loongroei blijft in dat geval op winstmarges drukken en noopt bedrijven om de hogere kosten door te prijzen.

Ook is niet gezegd dat alle prijsstijgingen op internationale groothandelsmarkten voor ruwe voedingsproducten (zoals cacao, koffie, oliën en zuivel) van de afgelopen al volledig zijn doorgewerkt, want veel daarvan komt met enige vertraging bij de consument terecht. Dus hier kijken we de situatie nog even voorzichtig aan. Bovendien is er momenteel veel onzekerheid over inflatie, vanwege de handelsoorlog met de VS. Zo dreigt de VS 2 april meer invoertariefverhogingen aan te kondigen. Dat jaagt vooral de inflatie voor de Amerikaanse consument op; voor de Nederlandse consument zijn echter vooral de Europese invoertarieven relevant. Het is afwachten hoe de Europese Commissie precies op de Amerikaanse maatregelen gaat reageren.