De Nederlandse overheid heeft zich diep in de schulden gestoken om banken te redden en de economie te stimuleren. Zozeer dat de Nederlandse staatsschuld met bijna 90 miljard euro is opgelopen naar 290 miljard euro. En het beeld wordt almaar somberder. Zo voorziet het Centraal Planbureau dat de totale schuld, die in 2007 45,7% van het bbp bedroeg, in 2010 opgelopen zal zijn naar 66,3%.
Nederland financiert zijn staatsschuld door geld te lenen op de kapitaalmarkten. Overheidsleningen van kredietwaardige overheden zijn geliefde beleggingen doordat een staat zelden failliet gaat. Nederland krijgt van de kredietwaarderingsbureaus, die de kredietwaardigheid van crediteuren bepalen, een goede rating: AAA. Het probleem van een te hoge staatsschuld is de rente. Deze bevindt zich wereldwijd al jaren op een laag niveau. Dat maakte lenen goedkoop, ook voor de overheid. Wanneer de rente echter sterk stijgt, worden nieuwe staatsleningen veel duurder. Nieuwe leningen zullen nog jaren nodig zijn doordat snel aflossen van alle uitstaande leningen ondenkbaar is.
Er zijn twee manieren om de staatsschuld te verlagen: door middel van een begrotingsoverschot of door het laten oplopen van de inflatie. In de eurolanden is dat echter niet mogelijk omdat afgesproken is de inflatie te beteugelen.