Van gulden naar euro. Wisseltruc of niet?

Vóór de invoering van de euro, op 1 januari 2002, kostte een kop koffie meestal zo’n 2 gulden, nu is dat 2 euro. Is dit een wisseltruc van de gezamenlijke horeca of is er iets anders aan de hand?

Zonder een boekencontrole in uw lokale restaurant te hoeven uitvoeren is een deel (maar niet alles) van die prijsstijging te verklaren door een bekend fenomeen: prijsontwaarding, oftewel inflatie. Onder normale omstandigheden wordt uw euro elk jaar wat minder waard. Volgens economen is dat goed voor de economie, want daardoor worden consumenten geprikkeld om hun geld uit te geven in plaats van te gaan sparen. Sterker nog: inflatie maakt het gunstiger om op de pof te leven! De euro die nu wordt geleend is meer waard dan later bij aflossing. Als de rente dan ook nog laag is, zoals momenteel het geval is, dan zet dat aan tot nog meer uitgeven.

Overheden hebben de afgelopen periode veel geld in de economie gepompt om de kredietcrisis te bezweren en zijn dus gebaat bij een hoge inflatie en een lage rente. Omdat er wereldwijd voldoende geld beschikbaar is, vooral door de spaarzame Aziaten, is er niet veel reden om op korte termijn te verwachten dat de rente gaat oplopen. Rente is immers de prijs van geld en daar is dus voldoende van beschikbaar.

Hoewel de inflatie laag is, moet er met het fenomeen wel degelijk rekening worden gehouden. Dat dat nog wel eens wordt vergeten blijkt soms uit het beurscommentaar. Dan staat daarin geschreven dat de AEX -index op 350 punten staat, de helft van het hoogtepunt in september 2001. Toen stond de AEX -index weliswaar op 700 punten, maar als gecorrigeerd wordt voor inflatie dan mag dat getal rustig worden verhoogd naar minstens 900 punten. Pas dan is het oude record aangepast naar de koopkracht van 2010. De AEX -index was in 2001 ook nog eens anders van samenstelling dan vandaag de dag, dus er valt wel wat af te dingen op dit soort vergelijkingen.

Stijgende prijzen van grondstoffen kunnen het inflatieniveau doen oplopen, maar een aantal partijen, waaronder de overheid, zit daar niet mee. Hoge inflatie en lage rente. Het is alsof het regent en de zon schijnt tegelijk. Meestal is dat goed voor een fikse regenboog. Het verhaal gaat dat aan het einde daarvan een pot met goud staat te wachten. Interessant gegeven voor de overheid. Komt het ook nog goed met dat begrotingstekort!

Hans Tielkemeijer (1958) is mededirecteur en -oprichter van Tielkemeijer & Partners Vermogensbeheer BV te Capelle aan den IJssel. Hij heeft ruim 25 jaar beroepsmatige beleggingservaring en is specialist in risico-management. Tielkemeijer weet complexe materie in heldere bewoordingen uiteen te zetten. Zijn stijl wordt gekenmerkt door een ‘down-to-earth’-benadering. Hij volgt nauwlettend de ontwikkelingen op de financiële markten, maar ook die omtrent regelgeving en jurisprudentie.