Exportkansen voor de Nederlandse bouw

Door de aanhoudende krimp van de bouwproductie zijn bouwbedrijven op zoek naar nieuwe afzetmarkten. Bouwondernemers kijken daarbij steeds meer over de grens. Traditioneel is de bouwsector echter een lokale bezigheid. Zo exporteert de Nederlandse bouwsector maar 2,5% van de omzet. Hiervan gaat slechts een zeer klein deel naar de buurlanden België en Duitsland terwijl daar vooral voor bouwbedrijven uit de grensregio grote kansen kunnen liggen al is succes zeker niet verzekerd. Dit stelt het ING Economisch Bureau in de vandaag verschenen publicatie Exportkansen voor de Nederlandse bouw.

Veel bouwproductie vlak over de grens

Met bijna € 280 miljard is de Duitse bouwproductie ruim vier keer groter dan de Nederlandse. In de dichtbij Nederland gelegen Länder Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen, Rijnland-Plats en Saarland is de gezamenlijke productie bijna € 80 miljard. Grote gebieden hiervan liggen op minder dan 2 uur rijden van de Nederlandse grens. In België is de bouwsector in grootte bijna 60% van de Nederlandse markt. Deze bouwproductie vindt grotendeels plaats in de dicht bij Nederland gelegen Vlaamse provincies. Zowel in België als in Duitsland groeide de bouwproductie de afgelopen jaren en de verwachting is dat deze ook in 2013 en 2014 blijft groeien.

Meer kansen in België dan in Duitsland

Op de lange termijn lijken op basis van demografische prognoses de grootste kansen in België te liggen. De verwachte ontwikkeling van het aantal huishoudens geeft hierbij een indicatie over het aantal nog benodigde te bouwen nieuwe huizen (de uitbreidingsvraag). In België groeit het aantal huishoudens naar verwachting net als in Nederland met nog circa 1 miljoen. In Duitsland neemt het aantal huishoudens veel minder toe, met 800.000. Regionaal zijn de verschillen groot.

De huishoudensgroei die er is, is in Duitsland vooral in de verder van Nederland gelegen en daarom voor bouwbedrijven minder aantrekkelijke zuidelijke Länder Baden-Württemberg en Beieren. Hoge bouwkosten van Nederlandse bouwbedrijven maken de concurrentiepositie op prijs in vergelijking met vooral Duitsland wel zwak. Gemiddeld zijn Duitse bouwbedrijven 15% goedkoper dan Nederlandse. Ten opzichte van België zijn de Nederlandse bouwbedrijven nauwelijks duurder, slechts 2%.

Geen enorme ondercapaciteit: concurrentie over de grens is ook groot Ondanks dat de bouwproductie in zowel België als in Duitsland de afgelopen jaren wel is gegroeid, kampen de bouwsectoren in beide landen niet met enorme ondercapaciteit. Weinig bedrijven hebben bijvoorbeeld personeelstekorten. In zowel Duitsland als België verwacht een meerderheid van de bouwbedrijven dat zij de prijzen de komende tijd nog gaan verlagen. De concurrentie is ook over de grens dus hevig maar over het algemeen wel minder dan momenteel in Nederland het geval is.

Eerst Nederlandse activiteiten op orde

Voordat bouwbedrijven starten met bouwactiviteiten in België of Duitsland is het van belang dat de Nederlandse activiteiten op orde zijn. Er moet financiële ruimte zijn om te investeren, aanloopkosten op te vangen en net als in Nederland zal er over de grens een concurrerend product geboden moeten worden. Culturele- en juridische verschillen zorgen ervoor dat de aanloopfase waarschijnlijk lang is voordat de werkzaamheden over de grens rendabel worden. Bouwen over de grens kan op lange termijn een uitbreiding zijn van de Nederlandse activiteiten waarmee risico’s gespreid worden. Bouwbedrijven die dit succesvol doen, hebben een doordachte strategie, focus en de bereid- en mogelijkheid tot het investeren van tijd, geld en energie in de nieuwe markt gedurende meerdere jaren.

Onderscheidende factoren Nederlandse bouwbedrijven

De Nederlandse bouw onderscheidt zich op de Duitse markt onder andere door een relatief goede logistiek. De Nederlandse flexibiliteit zorgt ervoor dat logistieke processen meer door elkaar heenlopen en hierdoor sneller verricht worden. Duitse bouwbedrijven werken het bouwproces meer systematisch af waarbij eerst het ene proces afgerond moet zijn voordat het andere gestart wordt. De laatste jaren neemt in België de in Nederland zo gebruikelijke seriebouw van woningen toe. Nederlandse bouwbedrijven hebben hierin grote expertise en ervaring en kunnen daardoor op dit terrein een streepje voor hebben op Belgische bouwbedrijven.

“Bouwen in Duitsland en België biedt kansen voor Nederlandse bouwondernemers,” aldus Jan van der Doelen, ING sectormanager Bouw, Onroerend Goed & Leisure, “maar het mag niet louter gebaseerd zijn op het oplossen van de (over)capaciteit. Succesvolle bedrijven op dit gebied hebben in een vroegtijdig stadium een bewuste strategische keuze gemaakt om over de grens te gaan bouwen. Een keuze met gevolgen want succes is ook een kwestie van lange adem. En deze termijn moet een onderneming zich kunnen permitteren.”

Bron: ING Economisch Bureau