Waarom zakt de ene bank tijdens een crisis door het ijs en komt de andere er zonder kleerscheuren vanaf? Onderzoeker Philip Fliers van Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) dook in de geschiedenis van de Nederlandse economie. Hij stelt dat factoren als leeftijd, omvang, schuldratio en de internationalisering van grote invloed waren op de overlevingskans van een bank in de Nederlandse bankencrisis van de jaren twintig van de vorige eeuw – de grootste bankencrisis van het land voorafgaand aan die van 2008.
Philip Friers |
Fliers legt in zijn video voor RSM Discovery uit hoe een reis naar het verleden ook aanwijzingen kan geven voor een bankencrisis in de toekomst. Samen met zijn collega’s constateert hij dat banken zich kort na de Eerste Wereldoorlog ontpopten als de grootste kredietverstrekkers. Maar doordat de regering van plan was terug te keren naar de gouden standaard van de wisselkoersen van vóór de oorlog ontstond een sterke prijsdaling in de gehele Nederlandse economie. Hierdoor daalde het vermogen van banken aanzienlijk in waarde en kregen banken het steeds moeilijker om hun activiteiten te financieren.
Fliers bestudeerde de situatie van 142 banken in de jaren twintig. Maar liefst 33 banken kwamen in de problemen als gevolg van deze bankencrisis. De andere banken wisten wel ongedeerd door de crisis heen te laveren. Dat deden ze door hun schuldratio te beperken, door een grote verspreiding van filialen en door hun internationale banden. In het geval dat een betere screening en controle mogelijk was, kon bovendien het verstrekken van krediet aan kleinere niet-financiële ondernemingen ook het risico van een klap terugdringen.
Deze factoren zijn slechts een deel van het grotere verhaal, waarschuwt Fliers. Het institutionele klimaat was tijdens de jaren twintig totaal anders. De rol van de centrale bank ( DNB ) was heel beperkt. Deze laissez faire-politiek leidde ertoe dat banken hun problemen zelf oplosten; banken hadden weinig hoop op een kapitaalinjectie van de regering. Toch vonden ze manieren om zelf hun problemen op te lossen, zonder dat de belastingbetaler hier voor hoefde op te draaien. Wat zegt dit over de regulering van de bankensector door de overheid en tevens over de steun van de overheid aan falende banken?
Uit hoe een reis naar het verleden aanwijzingen kan geven voor een bankencrisis in de toekomst. Samen met zijn collega’s constateert hij dat banken zich kort na de Eerste Wereldoorlog ontpopten als de grootste kredietverstrekkers. De prijzen moesten echter in de gehele Nederlandse economie naar beneden omdat de regering van plan was terug te keren naar de gouden standaard van de wisselkoersen van vóór de oorlog. Hierdoor daalde het vermogen van banken aanzienlijk in waarde en kregen banken het steeds moeilijker om hun activiteiten te financieren.
Fliers bestudeerde de situatie van 142 banken in de jaren twintig. 33 banken kwamen in de problemen als gevolg van de bankencrisis. De andere banken wisten wel ongedeerd door de crisis heen te laveren. Dat deden ze door hun schuldenratio te beperken, door een grote verspreiding van filialen en door hun internationale banden. In het geval een betere screening en controle mogelijk was, kon bovendien het verstrekken van krediet aan kleinere niet-financiële ondernemingen ook het risico van een klap terugdringen.
Deze factoren zijn slechts een deel van het grotere verhaal, waarschuwt Fliers. Het institutionele klimaat was tijdens de jaren twintig totaal anders. De laissez faire-politiek leidde ertoe dat banken hun problemen zelf oplosten; banken hadden weinig hoop op een kapitaalinjectie van de regering. Toch vonden ze manieren om zelf hun problemen op te lossen, zonder dat de belastingbetaler hier voor hoefde op te draaien. Wat zegt dit over de regulering van de bankensector door de overheid en tevens over de steun van de overheid aan falende banken?
De volledige tekst van het onderzoek van Fliers, die is geschreven is samenwerking met Chris Colvin en Abe de Jong, is beschikbaar op de website van het tijdschrift Explorations in Economic History.
Bron: EUR.nl