Susan Tarry |
De lage olieprijs heeft de grote oliemaatschappijen gedwongen om hun kostenbasis opnieuw tegen het licht te houden en hun upstream-activiteiten te herevalueren. Zij moeten snoeien in hun overhead om voldoende armslag over te houden voor kapitaalinvesteringen en dividendbetalingen. Welke bedrijven zijn flexibel genoeg om zich aan te passen aan de nieuwe prijsomstandigheden, vraagt Susan Tarry, investment director bij Standard Life Investments, zich af.
Kostenbesparingen zijn niet nieuw in de sector en downstream-bedrijven, zoals raffinage- en marketingbedrijven, hebben hun structurele kosten al eerder onder de loep genomen. Deze kostenbesparingmentaliteit slaat nu over op het upstream deel van de sector, waar bedrijven proberen de breakeven-kosten van hun projecten te verlagen Een deel van deze kosten is cyclisch, bijvoorbeeld de kosten van boorplatforms, die met 50% zijn gedaald en die naar een verlaging van de overhead met 15% vertaald kunnen worden.
Naar het zich laat aanzien beschikken geïntegreerde oliemaatschappijen op dit moment niet over voldoende middelen om hun kapitaalinvesteringen en dividendbetalingen te dekken. De meeste continentaal Europese bedrijven volgen de strategie om dividend in aandelen uit te keren in plaats van contant geld en tegen een korting ten opzichte van de koers van het aandeel. Hierdoor kan het dividend worden gehandhaafd, hoewel de winst per aandeel verwatert door de uitgifte van nieuwe aandelen.
Daarnaast verkopen oliemaatschappijen steeds meer activa om hun kasstromen in evenwicht te brengen, met name assets die niet zo olieprijs-gevoelig zijn, zoals pijpleidingen en speciale chemicaliën.
Kredietbeoordelaars zetten oliemaatschappijen ook onder druk om hun kosten serieus aan te pakken. Een aantal geïntegreerde oliemaatschappijen heeft al een downgrade gekregen of staat op het punt negatief beoordeeld te worden. Het door Repsol recentelijk gelanceerde kostenbesparingsplan hielp voorkomen dat het een downgrade naar junk-status kreeg.
De niet-aflatende focus op kosten heeft grote gevolgen voor de olie-service-industrie. Dienstverlenende bedrijven worden gedwongen om hun eigen kosten aan te pakken. In sommige gevallen betekent dit het nemen van waardeverminderingen op schepen die in betere tijden op de markt waren gekomen. Ook kijken zij meer naar fusies als een manier om kostenbesparingen te realiseren, zoals de recentelijk voorgenomen fusie van Halliburton en Baker Hughes .
Tarry meent dat geïntegreerde oliebedrijven, zoals Galp en Total, die profiteren van downstream-kasstromen dankzij hogere raffinagemarges en die tevens focussen op de upstream-kosten, beter in staat zijn zich aan te passen aan de langdurig lage olieprijzen.
Analist.nl Nieuwsdienst: +31 084-0032-842
nieuws@analist.nl
Copyright analist.be B.V.
All rights reserved. Any redistribution, duplication or archiving prohibited. analist.be doesn't warrant the accuracy of any News Content provided and shall not be liable for any errors, inaccuracies or for any actions taken in reliance thereon.