Een ongekende vraaguitval - het equivalent van ongeveer een derde van de wereldwijde consumptie van ruwe olie - heeft de olieprijzen doen kelderen, waardoor ze in de VS zelfs even onder nul daalden. Energieaandelen werden ook geraakt. De vraag voor beleggers is of dit oliebloedbad aantrekkelijke beleggingsmogelijkheden in energie creëert of dat ze te maken hebben met een cyclische crisis in een sector die ze moeten vermijden. Shawn Driscoll, de portefeuillebeheerder van de Global Natural Resources Equity Strategy van T. Rowe Price, ziet potentieel voor een krachtige, anticyclische rally in olieprijzen en energieaandelen die tussen 12 en 24 maanden zou kunnen duren.
Zijn vooruitzichten op de langere termijn voor de olie- en energiesector blijven echter minder optimistisch. De voortdurende productiviteitswinst als gevolg van automatisering en verbeterde technieken voor het beheer van het reservoir in de Amerikaanse schalievelden zou, naast andere factoren, de winning van schalieolie en -gas gemakkelijker en goedkoper moeten blijven maken, wat er waarschijnlijk voor zal zorgen dat ruwe olie in een langdurige bearmarkt blijft hangen.
Negatieve olieprijzen geven aan dat de sector drastische maatregelen moet nemen om het aanbod op de vraag af te stemmen. Driscoll meent dat de producenten waarschijnlijk hard in de productie zullen snijden, waardoor de opslagtanks niet meer gevuld kunnen worden en het overschot aan olie zal wegvloeien. Het opheffen van quarantaines om de verspreiding van het coronavirus te beperken zou ook helpen om de olievoorraden terug te dringen doordat dit de vraag naar olie zal stimuleren.
Driscoll voorziet een scenario waarin een gebrek aan kapitaalinvesteringen in de olie- en gasindustrie de daling van de productie van schalieolie en -gas versnelt (vooral in de Amerikaanse schalie, waar de putten de neiging hebben om steilere dalingen te vertonen), waardoor de prijzen van ruwe olie stijgen tot een niveau waarop het interessant wordt om in nieuwe putten te investeren. "In feite zijn we van mening dat West Texas Intermediate volgend jaar USD 45 tot USD 50 per vat kan aantikken", zegt Driscoll.
Een consolidatie van de sector behoort ook tot de mogelijkheden. De grote geïntegreerde oliemaatschappijen zouden geïnteresseerd kunnen zijn in het uitbreiden van hun aanwezigheid in de Amerikaanse schalieoliesector en zullen waarschijnlijk strategische acquisities nastreven in het Permian Basin, een olierijk gebied in West-Texas. Driscoll is van mening dat de schalieoliesector de fase heeft bereikt waarin de technische kennis en kunde van de grote oliemaatschappijen en hun ervaring met projectmanagement nodig zijn om waarde te ontsluiten en de oliewinningspercentages te verhogen via reservoirbeheertechnologieën.
Driscoll is "cyclisch optimistisch" ten aanzien van de sector voor de komende één tot twee jaar, maar "structureel bearish" op de lange termijn. Hij ziet enkele kansen bij de grote geïntegreerde oliemaatschappijen, maar ook bij de exploratie & productie (E&P)-bedrijven en dienstverleners, waar het potentieel voor een anticyclische rally van de olieprijzen een aantrekkelijk risico-/rendementsprofiel voor kwalitatief hoogstaande namen creëert.
Onder de E&P's blijft Driscoll zich richten op low-cost operators die beschikken over goede balansen en omvangrijke voorraden van kwaliteitslocaties voor het boren van putten. Hoewel hij een grote voorkeur heeft voor de sterke balansen van de grote oliemultinationals, is hij selectiever geworden, waarbij hij bedrijven vermijdt waar strategische verschuivingen zouden kunnen leiden tot identiteitscrises die managementteams afleiden en het rendement doen verwateren.
Driscoll vindt selectieve beleggingsmogelijkheden onder de olieservicebedrijven en meent dat de waarschijnlijkheid van een faillissementsgolf in deze bedrijfstak, gekoppeld aan een afname van werkgelegenheid, de bedrijven die overblijven in staat kunnen stellen om hun prijzen voor het eerst in lange tijd te verhogen. Bovendien ziet hij, met E&P's die hun kapitaaluitgaven verlagen als reactie op de instortende olieprijzen, het potentieel voor een terugval in de uitgaven voor diensten naarmate de prijzen van ruwe olie en de activiteitenniveaus zich herstellen.